Als u zonnepanelen gaat aanschaffen, is het goed om te onderzoeken welke zonnepanelen het beste aansluiten bij uw wensen. Om een goede keuze te maken, is het daarom van belang om stil te staan bij de voor- en nadelen van de drie soorten zonnepanelen op de markt:

• glaspanelen (bekijk webshop)
• flexibele zonnepanelen
• beloopbare semi-flexibele panelen (bekijk webshop)
• lichtgewicht semi-flexibele panelen (bekijk webshop)

In de webshop worden de verschillende type zonnepanelen met hun specifieke eigenschappen naast elkaar getoond zodat de type panelen makkelijk kunnen worden vergeleken.

Wij zetten de voornaamste verschillen tussen deze drie soorten panelen voor u op een rijtje.

Glaspanelen

De meest voorkomende soort zonnepanelen zijn de glaspanelen. Deze panelen worden vaak toegepast op huizen en de [kristallijn silicium zonnecellen] in de glaspanelen leveren een rendement op tussen de 16 en 22 procent. Glaspanelen zijn relatief goedkoop ten opzichte van semi-flexibele zonnepanelen, maar hebben wel een aantal nadelen. Zo wegen de panelen gemiddeld tussen de 10 en 25 kilo, en zijn ze daarom minder veilig en praktisch voor gebruik op vaartuigen. Daarnaast zijn glaspanelen niet buigbaar en beloopbaar waardoor veel plekken op de boot niet geschikt zijn. Tot slot zijn hoeksteunen en/of beugels op maat nodig om de glaspanelen te installeren.

Flexibele zonnepanelen

Naast glaspanelen bestaan er ook amorfe flexibele zonnepanelen, niet te verwarren met semi-flexibele zonnepanelen! Flexibele panelen zijn volledig buigbaar en oprolbaar. Helaas gaat de buigbaarheid van flexibele zonnepanelen ten koste van het rendement dat een paneel oplevert. Doordat een flexibel zonnepaneel gebruik maakt van een amorfe zonnecel, ligt het rendement van een dit paneel lager dan het rendement van glaspanelen of semi-flexibele zonnepanelen. Overweegt u amorfe flexibele zonnepanelen? Houdt er dan rekening mee dat u naar alle waarschijnlijkheid een groot oppervlak nodig om aan uw dagelijkse energiebehoefte te voldoen.

Semi-flexibele zonnepanelen

In de derde soort zonnepanelen, semi-flexibele zonnepanelen zijn de goede eigenschappen van flexibele zonnepanelen en glaspanelen verenigd. Deze panelen zijn maximaal tot 25% buigzaam en ruim 8 x zo licht als traditionele glaspanelen. Daarnaast zijn een aantal merken semi-flexibele panelen beloopbaar. Doordat in semi-flexibele zonnepanelen kristallijn silicium zonnecellen worden gebruikt, dezelfde als in glaspanelen, is het rendement van semi-flexibele zonnepanelen het zelfde als het rendement van glaspanelen.

Warmteopbouw

Een nadeel is dat semi-flexibele panelen minder goed hun warmte kwijt kunnen in vergelijking met glaspanelen. Wanneer de celtemperatuur oploopt treedt er gemiddeld een verlies op tussen -0,4 tot -0,5% /C°. Bij een temperatuur van 50 C° (25 C° meer dan bij de testcondities) en een gemiddelde coëfficiënt van -0.45% /C° is er dan een verlies van maximaal ((50 - 25) * -0.45) -11.25%. Hierbij moet worden gezegd dat de -11.25% verlies niet het verschil is tussen semi-flexibele panelen en glaspanelen aangezien de cellen in glaspanelen ook opwarmen.

In de zomer wanneer er felle zon is en er daarnaast veel wind staat zullen glaspanelen beter presteren. Toch geeft een semi-flexibel paneel in de zomer meer dan voldoende stroom omdat in die maanden het eerder en langer licht is (meer zon-uren dan in andere perioden van het jaar). In lente, herfst en winter of op dagen met weinig wind zijn de verschillen in warmte verliezen klein. Daarbij is de kleur en type ondergrond waar het zonnepaneel op wordt bevestigd belangrijk. Op een donkere metalen ondergrond is een glaspaneel de beste optie. Bij een wit polyester dak zijn semi-flexibele panelen een meer elegante keuze.